De natuur is zeer energie-efficiënt. Wat wij daarvan kunnen leren is dit. Als we energie-efficiëntie invoegen tussen ‘duurzame bronnen en besparen’ in, hebben we minder duurzame bronnen nodig. Energie-efficiëntie is, ook volgens Brussel, kosten-efficiënt. Het gaat dus om meer dan alleen landschapsbeeld, het scheelt óók in de portemonnee. Waarom doen we dat dan niet? Het antwoord is simpel: onbekend maakt onbemind.
Exergie (plaatje)heeft wel alles met energie te maken. Maar de exergie-benadering gaat met name over de vraag hoe efficiënt je daar mee omgaat. Zo kun je door energie-cascadering – vergelijk met een waterval, eerder opgewekte energie meermaals gebruiken. Hoe dat gaat, is het makkelijkst uit te leggen aan de hand van ‘warmte’.
Energie-neutraal worden begint natuurlijk met vraagvermindering, bijvoorbeeld door isolatie. Voor de aanbodzijde is voor Schouwen-Duiveland uitgerekend dat we dan 300-400 hectare zonnepark en 50-75 windmolens nodig hebben. In deze rekensom gaan we er vanuit dat we onze warmte ‘all-electric’ opwekken. Allemaal aan de warmtewisselaar is technisch wel mogelijk, maar al die dingen bij elkaar vragen een groot opgesteld vermogen. En juist omdat we tot 40% van onze energie voor huisverwarming gebruiken, zijn we beter af … met restwarmte.
Warmte is altijd een rest-product (van eerder opgewekte energie). Bij de productie van elektriciteit in een afval-verbrandings-installatie (AVI) bijvoorbeeld, komt heel veel warmte vrij. Iedereen weet dat we op het eiland geen AVI hebben. En ook geen andere grote restwarmtebronnen. Op het eiland zijn echter wél heel veel andere restwarmte-bronnen. Deze rest-warmte (her-)gebruiken betekent ‘maatwerk’.
Warmte is er in hoge temperatuur-warmte, in middelhoge-, lage- en zelfs zeer lage temperatuur-warmte. Deze temperatuurverschillen hebben allemaal verschillende ‘kwaliteiten’. Met hoge-temperatuurwarmte kun je nou eenmaal meer dan met lage temperatuur-warmte. De kwaliteit van energie (bij warmte door de temperatuur) wordt aangeduid met het moeilijke woord ‘exergie’. Bij de exergie-benadering gaat het er om de telkens afnemende kwaliteit (bij warmte afnemende temperatuur) zo goed mogelijk te benutten. Om het aanbod van warmte en de vraag naar warmte goed op elkaar aan te laten sluiten, hebben we de TU-Delft gevraagd een zogenaamde ‘energie-potentiestudie te doen. Het eerste TU-voorstel ligt er' (zie bijlage).
Tot slot dit nog: onlangs is het boek Gebroken Kringlopen verschenen (ronaldrovers.nl/boek/). Het is onthutsend helder en vooral een aanrader voor wie wil begrijpen wat 'duurzaam' of 'volhoudbaar' werkelijk betekent.
Vraag 1 is wie mee wil denken hoe we dit gestalte kunnen laten krijgen? De vraag wie er mee wil denken, gaat dus ook om participatie. Niet makkelijk, maar daarom vraag ik ‘meedenkers’.
Vraag 2 is logisch maar vraagt een tikje meer fantasie. De vraag is als we eenmaal wat energie-efficiënter denken, welke vervolgvragen er dan op ons bordje komen? En hoe en in welke volgorde we die projecten logisch en praktisch op elkaar aan kunnen laten sluiten. Dit klinkt misschien 'intelligent' maar maar de praktijk is dat als vervolgprojecten niet aan sluiten op eerdere projecten, we weer van voren af aan kunnen beginnen. Om dat te voorkomen is samen met de TU-Delft, het simpele idee ontstaan om een ‘systematiek te ontwerpen voor vervolgprojecten’. De meedenkers hiervoor zoek ik in alle gelederen.
Zie het zo: energie-neutraal is betrekkelijk makkelijk. Moeilijker wordt het als je CO2-neutraal wil worden. Maar zodra je hier een beetje vooruitgang mee maakt, komt het volgende op je bordje: namelijk materiaal-uitputting. Ergens bij Japan is een atol ontdekt waar omheen allemaal ‘handige’ metalen voorkomen. Wat ik ermee zeggen wil is, dat voor het daar op is, we hier circulair moeten leren denken. Hoe doe je dat? Vooral hoe doen we dat op het eiland. Een circulaire economie bijvoorbeeld, maar ook een kringlooplandbouw. Biodiversiteit is ook zo’n thema! Of we willen of niet, we zijn én blijven afhankelijk van onze ‘groene omgeving. Vragen erover worden nu al gesteld in de 2e Kamer en daar krijgen wij dus sowieso ook mee te maken. Daarop anticiperen moet. En kan ook! De vraag is alleen hoe?
Ik zoek dus meedenkers die hier gestructureerd over mee willen denken. Ook over de vraag hoe we participatie zinnig op poten gaan (helpen) zetten. Simpelweg omdat visie en participatie niet zonder elkaar kunnen. Voor mij zit het verdienmodel in het netwerk. Om te beginnen zoek ik dus meedenkers op het eiland. En in alle gelederen.
eric@odinot.nl / 06 51 36 36 v56
www.odinot.nl/energielandschap
Wie wil meedenken over een methodiek voor vervolgonderzoek?